Dit is sommige mensen beter geen zelfscankassa kunnen gebruiken
12 november 2024Zelfscankassa’s worden steeds populairder onder mensen die hun boodschappen snel en zonder veel interactie willen doen. Voor wie in het weekend het liefst zo min mogelijk anderen wil tegenkomen, bieden deze kassa’s een uitkomst. Toch kunnen er momenten zijn waarop de zelfscankassa eerder voor frustratie dan voor gemak zorgt.
De zelfscankassa: het perfecte snufje technologie om boodschappen zonder gedoe af te rekenen, of toch niet? Waar de een het ziet als een vlotte manier om in stilte z’n boodschappen te doen, wordt het voor de ander een soort hindernisbaan vol onverwachte vertragingen. De zelfscankassa heeft fans, maar ook zijn deel van de tegenstanders. Voor sommigen wordt die “snelle” boodschappenroutine eerder een uitje met hindernissen. En laten we eerlijk zijn, wie herkent die innerlijke strijd niet bij het idee van nóg een onverwachte controle door de winkelmedewerker?
De charme van de zelfscankassa is simpel: scan je spullen, betaal en vertrek zonder in de rij te hoeven staan of die net iets te enthousiaste kassamedewerker. Voor de snelle weekendshopper lijkt dit ideaal – totdat je een wedstrijdje begint tegen jezelf, want je probeert natuurlijk sneller te scannen dan elke denkbare kassamedewerker. Maar of je nu die bananen en die fles wijn als een pro door de scanner gooit of niet, die voldoening van “tijdswinst” voel je vaak alleen zelf. In de praktijk blijkt de tijdwinst trouwens lang niet altijd aanwezig.
In mijn supermarkt in Nederhorst den Berg wordt de zelfscankassa in de praktijk meer een bezienswaardigheid dan een efficiënt afrekenstation. Neem die ene keer dat ik daar stond te wachten achter een dame die vastbesloten was om elk product uitgebreid te keuren voor ze het scande. Met haar leesbril op, nauwkeurig de streepjescode volgend alsof ze een antiek stuk in een museum bestudeerde. Tussen het Earl Grey-theezakje en de pannenkoekenmix door leek ze zich in slow motion te bewegen, terwijl een rij ongeduldige klanten naast haar al lang door de kassamedewerker werd geholpen. Tijdwinst? Niet bepaald.
En dan zijn er natuurlijk de trotse ouders die hun kinderen de producten laten scannen. Een leuk uitje voor de kleintjes, maar minder leuk voor degene die eigenlijk snel door wil. Voor hen wordt de zelfscankassa eerder een herinnering waarom kinderen pas vanaf hun zestiende mogen werken in een supermarkt. Zelfscan én kinderentertainment in één – een gouden combinatie voor sommige ouders, maar een doorn in het oog voor klanten met haast.
Een ander bijzonder moment aan de zelfscankassa komt bij de welbekende mandjescontrole. Elke keer dat een medewerker vraagt of hij mijn mandje mag nakijken, voelt het alsof ik op heterdaad betrapt ben op een misdrijf. Terwijl ik weet dat ik niets verkeerd doe, schiet er toch een licht paniekgevoel door mijn hoofd – alsof elk blikje en doosje in mijn mandje opnieuw beoordeeld moet worden. En mocht je vaak gecontroleerd worden, dan is dat trouwens geen toeval. Supermarkten houden dit nauwlettend bij met software die precies let op jouw koopgedrag. Word je bijvoorbeeld als “verdacht” gezien omdat je lang in de winkel loopt of wat luxere producten hebt gepakt, dan ben je vast aan de beurt voor een grondige mandjescheck. Zo wordt dat snelle zelfscannen opeens minder snel.
Kortom, de zelfscankassa lijkt een uitkomst, maar blijkt niet voor iedereen even geschikt. Dus voordat je erin springt, vraag jezelf af: ben ik hier om te scannen of om een dagje uit te beleven? Voor wie efficiënt wil zijn, is het soms nog steeds sneller om gewoon aan te schuiven bij de goede oude kassa.